fransch generaal, geb. te Straatsburg 1753, vermoord te Cairo 1800, was zoon van een metselaar, studeerde te Parijs voor architect, doch trad reeds in 1779 in den krijgsdienst. Na eenige jaren weer als bouwkundige te zijn werkzaam geweest, kwam K. bij het uitbreken der Groote revolutie andermaal bij het leger, onderscheidde zich vooral bij de verdediging van Mainz (1793) en in de Vendée.
In Egypte nam hij Alexandrië stormenderhand in (1798), in Syrië maakte hij zich meester van Gaza en Jaffa en behaalde op de Turken de schitterende overwinning aan den berg Thabor. Toen Napoleon naar Europa terugkeerde, droeg hij aan K. het opperbevel over het leger in Egypte op. Aangezien de toestand der Franschen daar zeer hachelijk was, beproefde hij door onderhandelingen een eervol einde aan de expeditie te maken, doch hij bemerkte dat het den vijand met deze onderhandelingen geen ernst was, daarom greep hij weder naar de wapenen, versloeg de Turken geheel en al bij Heliopolis en dempte een opstand te Kairo, maar viel door den dolk van een fanatiek Muzelman, Suleyman geheeten.