Gepubliceerd op 17-02-2021

Jean baptiste joseph villaret de grécourt

betekenis & definitie

fransch dichter, geb. 1683 te Tours, overl. aldaar 1743; gesproten uit een adellijke schotsche familie, werd hij opgeleid voor den geestelijken stand, maakte in zijn eerste sermoen echter zoo grove toespelingen op allerlei personen uit zijn parochie, dat het prediken hem verboden werd. G. is een der legendarische abbé’s der 18de eeuw, de volslagen epicurist; zijn muze is gewoonlijk schaamteloos gedecolleteerd.

Men hoeft van hem een bundel vertellingen, brieven, versjes, fabelen enz., gedrukt in 1735 en in 1747 en later nog vele malen, ook onder de titels Œuvres choisies en Œuvres badines (Brussel 1880) enz.; verder een geschiedenis der streken, grappen en bon mots van Maranzac, nar van den zoon van Lodewijk XIV, getiteld „Maranzakiana.”

< >