of Jaroslaw.
1) Gouvernement van Europeesch Rusland, in het noorden van het middengedeelte daarvan, behoort tot Groot-Rusland, ligt tusschen de gouvernementen Wologda, Kostroma, Wladimir, Twer en Nowgorod, is 35.614 km.2 groot, en telde 1897: 1.072.478 inw. Het land, aan de randen zwak verhoogd, vormt een ketel, waar de Wolga doorheen gaat. In het n.w. neemt deze hier de Mologa en de Sjeksna op, die tot het rivierstelsel behooren dat de Wolga met de Oostzee en met de Noordelijke IJszee verbindt. Het klimaat is ongestadig, doch over het geheel gezond; de gemiddelde temperatuur bedraagt in de stad J. in den winter — 10.8, des zomers + 17.5, gemiddeld per jaar + 3.2° C. De flora heeft reeds een noordelijk karakter. De bevolking is zuiver russisch. Hoofdmiddelen van bestaan zijn landbouw, fabrieks- en huisindustrie (handschoenen, pelswerk enz.), handel (vooral in graan). Het gouvernement is verdeeld in 10 districten: J. (3400 km.2 groot, in 1897: 210.376 inw.), Danilow, Ljubim, Mologa, Mysjkin, Posjechonje, Romanow-Borissogljebsk, Rostow, Rybinsk en Uglitsj. In 1218 ontstond een zelfstandig vorstendom J., dat in 1471 met het grootvorstendom Moskou vereenigd werd. In 1777 werd het stadhouderschap, in 1796 het gouvernement J. gevormd, en in 1822 kreeg het zijn tegenwoordige gedaante.
2) Hoofdstad van het gouvernement en van het district J., aan den hoogen rechteroever der Wolga, die hier de Kotorost opneemt, en aan de spoorlijnen Moskou—J., J.—Archangel, J.—Kostroma en J.—Rybinsk; het is de zetel van den gouverneur en van een aartsbisschop der russische kerk; het heeft breede straten, een menigte kerken, een sterk garnizoen, een seminarie voor geestelijken, een juridisch lyceum (in 1805 door vorst Demidow gesticht), twee gymnasia, en telde in 1897: 70.610 inw. J. is het middelpunt der z.g. jaroslawsche manufactuur; er is een groote katoenspinnerij (7 à 8000 arbeiders); verder heeft J. tabaksindustrie, loodwitfabrieken, een uitgebreiden handel (reeds sedert de 15de eeuw), een filiaal van de rijksbank en een 8-tal couranten. Een ruime haven aan de Wolga.