Gepubliceerd op 23-02-2021

Jan willem janssens

betekenis & definitie

nederlandsch officier, geb. te Nijmegen, 12 Oct. 1762, trad jong in krijgsdienst, nam in 1793, met het leger der republiek, deel aan den veldtocht tegen de Franschen en werd na den vrede van Amiens gouverneur van de Kaap de Goede Hoop. Bij het uitbreken van den oorlog met Engeland was de geringe macht, waarover hij te beschikken had, niet genoegzaam om de kolonie op den duur te verdedigen, zoodat hij genoodzaakt was deze aan de Engelschen over te geven.

In 1806 in Nederland teruggekomen, werd hij door koning Lodewijk tot staatsraad en in het volgende jaar tot minister van oorlog benoemd, en bij het aftreden van Lodewijk door het voorloopig bestuur belast om hiervan den keizer kennis te geven. Deze benoemde hem nog in 1810 tot gouv.-generaal der bezittingen in Oost-Indië. Hoewel hij alle middelen had aangewend om Java tegen een landing der Engelschen te versterken, moest hij dit, toen deze in 1811 plaats vond, weldra overgeven. Naar Engeland opgezonden, bleef hij aldaar vele maanden krijgsgevangen, waarna men hem toestond, op zijn woord van eer naar Frankrijk terug te keeren. Te Parijs gaf de keizer hem terstond een blijk van goedkeuring van zijn beleid in Indië door hem het bevel te geven over de 31ste militaire divisie, waarvan het hoofdkwartier te Groningen was. Door de voorwaarde echter, waarop hem het ontslag uit de krijgsgevangenschap was toegestaan, gebonden, werd hij op zijn verzoek aan het hoofd der 2de militaire divisie naar Mezières gezonden.

In 1813 eindelijk werd hij tegen andere krijgsgevangenen uitgeleverd. In 1814 bood Napoleon hem het bevel over de 21ste militaire divisie aan, doch J. sloeg dit af, daar de bestemming van dit leger hem lichtelijk in het veld tegenover nederlandsche troepen zou kunnen brengen. Hij begaf zich daarop naar Parijs, verliet na den intocht der verbonden mogendheden den franschen dienst en ging als luitenant-generaal over bij het nederlandsche leger. Willem I droeg hem de organisatie der infanterie en kavalerie op. Later werd hij als directeur-generaal met het bestuur van het departement van oorlog belast, en in 1815, op zijn verzoek, uit den dienst ontslagen. Hij overl. 23 Mei 1838 te ’s Gravenhage.

< >