Gepubliceerd op 17-02-2021

Jan vroesom de haan

betekenis & definitie

nederlandsch geneeskundige, geb. 1838 te Rotterdam, promoveerde in 1862—64 aan de universiteit te Utrecht tot med. obst. en chir. dr., en werd in 1868 benoemd tot geneesheer-direeteur van de gemeentelijke kraaminrichting te Rotterdam, in 1882 tot directeur van de rijkskweekschool voor vroedvrouwen aldaer, is voorts directeur van het Bataafsch genootschap voor proefondervindelijke wijsbegeerte, voorzitter van de gezondheidscommissie en van dè vereeniging van koepokinrichtingen in Nederland.

< >