in 1807 te Mainz geb., werd in 1824 2e luitenant der infanterie. In 1827 vertrok hij naar Batavia en onderscheidde zich in den Java-oorlog; evenzeer in Nederland in den tiendaagschen veldtocht.
In 1845 streed hij op iSumatra en was in 1848 chef van den staf bij de Bali-expeditie. In 1849 werd hij commandant der troepen en gouvernements-commissaris voor de 3e Bali-expeditie, en had ook het opperbevel over de 2e Bonische expeditie. In 1862 gepensionneerd; doch na het mislukken van de le expeditie naar Atjeh, noodigde men hem uit de leiding der 2e expeditie op zich te nemen. Hij voldeed hieraan, nam den Kraton, regelde voorloopig de zaken en achtte toen zijn taak volbracht. Hij overl. in 1887.
