Gepubliceerd op 17-02-2021

Jan van ’s gravenweert

betekenis & definitie

nederl. dichter, geb. 25 Aug. 1790 te Amsterdam, overl. 29 Maart 1870 te Oosterbeek, studeerde te Amsterdam en te Utrecht in de rechten, werd in 1810 tot doctor in de rechten bevorderd. In 1811 werd hij ontvanger der registratie te Amsterdam, in 1813 inspecteur der regeering voor Noord-Holland, welke betrekking hij in 1821 neerlegde.

Na de belgische omwenteling was hij vier jaren referendaris bij buitenlandsche zaken, maakte toen reizen naar het noorden en het oosten, nadat hij vroeger reeds Italië had bezocht, keerde in 1839 naar Nederland terug, legde in 1844 zijn staatsambt neer, en vestigde zich op Otium, te Oosterbeek, waar hij in 1851 wethouder werd. Zijn hoofdwerk is de vertaling der Ilias en Odyssea. Voornaamste geschriften, proza: Blik op de voornaamste Wetensch. en Letterk. instellingen in het Kon. d. Nederl. (1829), Essai sur VHistoire de la Littérature N eêrlandaise (Amsterdam 1830), Het Noorden en het Oosten. Reisherinneringen (3 dln., Amsterd. 1841), Het ontwerp van Grondwet, April 1848, vergeleken met de Grondwet van 1840 (Arnhem 1848), Het oogenblik en de toekomst (Arnh. 1848); poëzie: Regulus, in vier zangen (Amsterdam 1814), Verspreide Gedichten (aldaar 1819), De Ilias van Homerus, naar het Grieksch, in Nederd. verzen gevolgd (4 dln., Amsterdam 1819, 2de druk, 2 dln., Haarl. 1854), De Odyssea van Homerus, naar het Grieksch, in Nederd. verzen gevolgd (3 dln., Amsterdam 1824, 2de druk, 2 dln., Haarl. 1861), Marco Bozaris, handhaver der Grieksche onafhankelijkheid (Amsterd. 1824), Tasso te Rome (ald. 1826), Gods redding uit gevaren, Ca?itate (ald. 1826); verspreide stukken in Uylenbroek’s Dichterlijke handschriften, Muzen-Almanak, Recensent, enz.; tooneelwerken: Het verbond der Edelen (Amsterd. 1818), De Echt, Theseus (Amsterd. 1806), Ifiqenia in Tauris (ald. 1807), enz.

< >