Gepubliceerd op 19-01-2021

Jan bake

betekenis & definitie

Nederl. philoloog en kritikus, geb. 1 Sept. 1787 te Leiden, overl. aldaar, als prof. in de grieksche en romeinsche taal- en letterkunde, 26 Mrt. 1864. Hij opende de reeks zijner wetenschappelijke werken met een verhandeling over Posidonius (Leid., 1810), en deed voorts allerlei van commentaren voorziene uitgaven het licht zien ; met Geel, Hamaker en Peerlkamp gaf hij de Bibliotheca critica nova (5 dln., 1825—31). uit.

< >