1) Provincie van het koninkrijk Spanje, 13.480 km.2 groot, in 1897: 463.806 inw., in 97 gemeenten. J. ligt tusschen Ciudad Real, Albacete, Granada en Cordoba; de Guadalquivir is zijn hoofdrivier, het is een bergland (Morenagebergte in het n., Alcarazgebergte in het o., enz.).
J. is van alle spaansche provinciën het rijkst aan lood; vermaard zijn vooral de mijnen van Linares en die van La Carolina. De landbouwnijverheid is onbeduidend, het meerendeel der bevolking werkt in en om de mijnen.2) Hoofdstad der gelijknamige provincie, ligt 92 km. o. van Cordoba, in een schilderachtige streek, aan den voet van den berg Jabalcuz, welks top een moorsch kasteel draagt, nabij de rivier Guadalbullon, en aan de spoorlijn Espeluy— Puente—Genil, telde in 1897: 25.929 inw., heeft oude, van torens en tinnen voorziene muren, zeer steile, zindelijke straten, een 12-tel kerken, een circus voor stierengevechten voor 8000 personen, een museum; het is zetel van een bisschop.
