(hertog) Fransch staatsman en geschiedschrijver, geb. te Parijs 1821, werd in 1871 tot lid van de assemblée nationale gekozen, onmiddellijk daarop tot gezant te Londen benoemd, keerde reeds binnen een jaar terug om de monarchale oppositie tegen de republikeinsche staatkunde van Thiors te leiden, slaagde erin deze te doen aftreden, werd door zijn opvolger, Mac-Mahon, belast met het saamstellen van een ministerie, nam hierin zelfde portefeuille van buitenland,(1873), trad, naar aanleiding van een votum van wantrouwen van de uiterste rechterzijde, reeds in 1874 af, zag zich in 1875 door het departement Eure tot senator gekozen, werd in Mei 1877 president van den Raad en minister van justitie, zocht vruchteloos een meerderheid te vinden voor allerlei reactionaire maatregelen, kreeg bij de verkiezingen van 14 Oct. 1877 een geheel vijandig tegenover zijn politiek staande kamer, trad een maand later af en trok zich in het private leven terug. Hij schreef: L'église et l’empire romain au 1 Ve siecle (1856).
Le secret du roi (1878), Frédéric II et Marie-Thérèse (1883), Frédéric II et Louis X >' (1885), Marie-Thérèse impératrice ( 888); de vier laatstgenoemde behooren tot de belangrijkste werken in de literatuur der diplomatie.