Gepubliceerd op 23-02-2021

Isolatie

betekenis & definitie

isoleeren, in de electro-techniek: het begrenzen of omgeven van een geleiding met stoffen waardoorheen de stroomende electrische energie zich niet kan voortbewegen; de I. heeft ten doel den electrischen stroom te beletten een anderen weg te nemen dan de geleiding hem voorschrijft. Stoffen die hiervoor kunnen dienen noemt men isoleerende stoffen, isolators of niet-geleiders, welke laatste benaming onjuist is, daar er geen stof is die den electrischen stroom absoluut niet geleidt.

De natuurlijke isolator van den electrischen stroom is de lucht; zoolang een geleiding geheel door lucht is omgeven, kan de stroom niet ontsnappen; daar de lucht evenwel een geleiding niet draagt, moet de geleiding steunpunten hebben en daar waar zij de steunpunten raakt, kunstmatig worden geïsoleerd. Soms moet de geleidende draad over zijn geheele lengte worden geïsoleerd, n.l. dan wanneer hij op een kern is gewikkeld en dus over zijn geheele lengte de stof die er onder ligt aanraakt. De beste, doch tevens duurste isoleerende stoffen zijn caoutchouc en guttapercha; deze worden alleen dan gebruikt wanneer zij niet door een andere stof vervangen kunnen worden, bijv. voor geleidingen onder water {zie Kabel). De eenvoudigste manier om een geleiddraad van een isoleerend bekleedsel te voorzien, bestaat hierin dat men er een draad van zijde, katoen of een andere isoleerende stof omheen wikkelt, en wel in dicht naast elkander gelegen windingen, zoodat hij een bekleedsel verkrijgt dat hem ook wanneer hij gebogen wordt dicht omsluit; zoodanigen draad noemt men een omspannen draad. Isolator is ook de naam van sommige toestellen die voor de isoleering worden gebruikt.

< >