Gepubliceerd op 23-02-2021

Ischia

betekenis & definitie

(bij de Grieken Pithecusa, bij de Romeinen Aenaria) eilandje aan den ingang van de golf van Napels, 10 km. z.w. van het voorgebergte Miseno; I. is 10 km. lang, 6 km. breed en heeft een omvang van 39 km.; 46 km.2 groot; het is van vulkanischen oorsprong en wordt beheerscht door den vulkaan Epomeo (800 meter hoog), die in vroegere tijden het eiland dikwijls zwaar geteisterd heeft (laatste uitbarsting in 1301). In den jongsten tijd heeft I. gedurig te lijden gehad van aardbevingen (1828, 1832, 1881, 28 Juli 1883; bij deze laatste kwamen 2313 menschen om).

I. is vermaard om zijn schoone ligging, zijn vruchtbaarheid, zijn wijn en zijn warme bronnen; het heeft een druk vreemdelingenbezoek. Het behoort tot de provincie Napels en telde 1901: 26.891 inw. De voornaamste plaatsen zijn: I. aan de oostkust (als gemeente 7210 inw.), met een haven die door een op een rots gelegen fort wordt beschermd, Forio en Barano d’Ischia (als gemeente 5247 inw.). De beroemdste baden zijn die van Casamicciola (zie ald.), Castiglione, San Lorenzo en Santa Restituta bij het dorp Lacco. Hoofdmiddelen van bestaan: fabrikage van aardewerk (vazen enz.), stroovlechterij, visscherij.De eerste bewoners van L, de Eubeeërs, werden verdreven door uitbarstingen van den Epomeo; van Syracuse uit opnieuw bevolkt, werd het weldra andermaal verlaten; het bleef nu langen tijd onbewoond, totdat er zich napolitaansche kolonisten vestigden; keizer Augustus had hier een paleis. In de middeleeuwen door de eene familie aan de andere verkocht, ontroofd enz., kwam het op het einde der 15de eeuw aan het geslacht Pescara.

< >