Gepubliceerd op 20-01-2021

Isaac van dijk

betekenis & definitie

Nederl. godgeleerde, geb. 20 Maart 1847 te Dussen studeerde te Utrecht, was achtereenvolgens predikant te Veen, Baambrugge, Kollum en Arnhem, werd in 1883 hoogleeraar te Groningen, schreef studiën over Socrates, Pascal, Savonarola, Jeanne d’Arc, Maeterlinck.

< >