Gepubliceerd op 20-01-2021

Isaac jan de bussy

betekenis & definitie

Nederl. godgeleerde, geb. 1846 te Utrecht, was achtereenvolgens predikant bij de Doopsgezinde gemeente en archivaris en werd in 1892 benoemd tot hoogleeraar in de zedekunde en wijsbegeerte van den godsdienst aan de gemeentelijke Universiteit te Amsterdam. Hij schreef o. in.: Ethisch Idealisme (1875); Waarde en inhoud van godsdienstige voorstellingen (1881), De maatstaf van het zedelijk oordeel (1889), Inleiding tot de zedenkunde (1898).

< >