Gepubliceerd op 23-02-2021

Irene (byzantium)

betekenis & definitie

1) Byzantijnsche keizerin, geb. omstreeks 752 te Athene, in 769 gehuwd met den lateren keizer Leo IV, is beroemd om haar schoonheid en geest, doch berucht cm haar heerschzucht en wreedheid. Na den dood van haar gemaal in 780 voerde zij het regentschap voor haar onmondigen zoon Constantijn VI.

Zij voerde met ongunstig gevolg oorlog tegen de Arabieren en kocht in 783 van Haroen al-Rasjid een schandelijken vrede. In 787 bewerkte zij met den patriarch Tarassius de bijeenroeping van het zevende oecumeensche concilie te Nicea. Nadat in 790 haar zoon zich aan haar voogdij had weten te ontwringen, herwon zij haar macht weder in 797, waarop zij Constantijn in de gevangenis liet werpen en hem van het gezicht berooven; voorts liet zij de vijf broeders van haar gemaal, die zij naar Athene verbannen had, na het ontdekken eener samenzwering, eveneens van het gezicht berooven. Zij droeg aan Eunuchen de hoogste waardigheden op en bestuurde het rijk op verkwistende wijze, totdat in 802 Nicephorus tot keizer verheven werd, die haar naar het eiland Lesbos verbande, waar zij 9 Aug. 803 in een klooster overleed. Karel de Groote was na zijn kroning (800) van plan, haar ten huwelijk te vragen, om op die wijze zijn rijk met het byzantijnsche te vereenigen; doch inmiddels werd I. ten val gebracht.2) L, byzantijnsche keizerin, een dochter van den hongaarschen koning Ladislaus I, in 1104 gehuwd met keizer Joannes II Comnenus, overleed 1124, nadat zij haar laatste levensjaren in een klooster had doorgebracht. Om haar deugden en haar weldadigheid is zij door de grieksche kerk gecanoniseerd. Door de meeste westersche schrijvers over byzantijnsche zaken wordt de gemalin van keizer Leo IV (zie hierboven 1) voor' de heilige I. gehouden; deze dwaling berust echter op het misverstaan van een plaats van den byzantijnschen geschiedschrijver Theophanes door Gibbon.
3) L, dochter van den byzantijnschen keizer Isaac (II) Angelus, was eerst gehuwd met Rogier III van Sicilië, den zoon van Tancredo van Lecce, en na, diens dood (1194) sedert 1197 met Philips van Zwaben. den jongeren broeder van den duitschen keizer Hendrik VI, nadat zij tot het katholicisme was overgegaan en den naam Maria ontvangen had; zij werd tezamen met Philips in 1205 te Aken gekroond. Zij wordt een „roos zonder doornen, een duif zonder gal” genoemd. Weinige maanden nadat j haar gemaal vermoord was, overleed zij (27 I Aug. 1208) in het kraambed en werd begraven ; in het klooster Lorch.

< >