omkeering; in de spraakkunst: omzetting der deelen van een zin, verplaatsing van een woord of rededeel, afwijking van den streng grammaticalen zinsbouw ten behoeve van den bijzonderen nadruk. In de muziek: het plaatsen van twee stemmen in dubbel contrapunt, waarbij de onder-stem boven-stem wordt en omgekeerd; ook de willekeurige herhaling en verplaatsing van enkele tekstwoorden.
In de geneeskunde: omstulping van een orgaan (baarmoeder, oogleden, endeldarm).