1) Graafschap van Noord- of , Hoog-Schotland, het grootste van het koninkrijk, ligt tusschen Ross en Cromarty, Nairn, Elgin, Banff, Aberdeen, Perth, Argyll en den Atl. oceaan, die aan de n.o.-kust den Murrayboezem of de Moray-Firth vormt, 11.021 km.2 groot, waarvan 3145½ km.2 op de 250 tot I. behoorende eilanden komen; in 1901: 90.182 inw. Het vasteland van I. is uitermate ruw, woest en bergachtig, en bevat den hoogsten berg van het Vereenigd koninkrijk, den Ben 1 Nevis (1343 meter); groot is het aantal meren en bergbeken; bebouwbare grond ligt in het vlakke kustgebied langs de Moray-Firth en aan eenige meren en rivieren; de rest is heide- en weideland of veen.
Hoofdmiddel van bestaan is de veeteelt (schapen, rundvee). De diepe dalspleet Glen-More nan-Albin, die van de j Moray-Firth tot aan het Loch Linnhe aan de westkust loopt, deelt I. in twee gelijke ! deelen. De eilanden behooren tot de middelste en noordelijke Hebriden en zijn even ruw en bergachtig als het vasteland; de voornaamste I zijn: Skye, Harris, Noord-Uist, Zuid-Uist, Benbecula en de Barru-eilanden. I. zendt 1 afgevaardigde naar het parlement, 2) Stad, hoofdplaats van het graafschap I., aan de Moray-Firth (hier I.-Firth geheeten), aan het noordeinde van het Glen-Moredal en aan de rivier Ness, die zich hier ontlast in de I.-Firth, telde 1901 als parlementsdistrict: 21.193.inw., heeft een goede haven, een kathedraal (St. Andreas, 1866—69 gebouwd), een hoogere school, een academie, een school voor kunst en wetenschap, een groote gevangenis op de plaats van het kasteel Macbeth; looierij, lakenfabrikage, zalmvisscherij, ijzerwerken, scheepmakerij. I. is de hoofdmarktplaats der Bergschotten. In de nabijheid zetelden voorheen de caledonische koningen.