Gepubliceerd op 23-02-2021

Independenten

betekenis & definitie

onafhankelijken, in Engeland en Amerika naam van de aanhangers eener kerkelijke partij, die sedert 1610, vooral door John Robinson, uit de naar de Nederlanden uitgeweken Brownisten ontstond, en door Henry Jacob naar Engeland werd overgebracht. Onder Cromwell namen de I. in getal en invloed toe, hoewel zij reeds vóór dien tijd vervolgd waren geworden, en sommigen hunner naar Amerika waren overgestoken, waar zij nog bestaan en sedert 1805 met de Presbyterianen en Baptisten zich tot een gemeenschappelijke gezindte hebben vereenigd.

Iedere gemeente is bij hen geheel zelfstandig, en de I. houden zich, met verwerping van elke bindende kerkleer, zooveel mogelijk -aan de letter van den Bijbel. Zij deden vele oud-testamentische inzichten en vormen herleven die zij dikwijls op politiek gebied hebben zoeken over te brengen. Alle leden zijn gelijk en een geestelijke stand is bij hen onbekend; zij kiezen hun leeraass, ouderlingen en diakens, die de kerkelijke tucht uitoelenen. Bij de acte van verdraagzaamheid van Willem III (1689) werden zij tot een erkend godsdienstig genootschap verklaard.

< >