lat., inwijding, plechtige handeling waardoor iemand in zijn ambt wordt bevestigd. Inauguraal (of inaugureel): wat betrekking heeft op, of behoort bij de I.; gewoonlijk gebezigd van een redevoering, waarmede iemand (inzonderheid een hoogleeraar) zijn ambt aanvaardt, en van de dissertatie, het proefschrift, dat geschreven en verdedigd moet worden door hem, die aan een hoogeschool den doctoralen graad wil behalen.
Inaugureeren; plechtig inwijden, bevestigen. DeI. was bij de Romeinen eigenlijk het waarnemen der auspiciën, de voorteekenen, uit de vogelvlucht en vond reeds bij de koningen plaats, om hun, nadat zij door het volk gekozen waren, de godsdienstige wijding tot het hoogste priesterlijke ambt, dat met hun waardigheid vereenigd was, te verleenen.