(lat., doorluchtige, zie Illustre) onder Diocletianus, Constantijn den Grooten en in het byzantijnsche keizerrijk titel der hoogste, onmiddellijk onder den keizer staande ambtenaren des rijks. Sedert Karel den Grooten ' is I. de titel van hertogen, graven en bisschoppen.
In den overtreffenden trap, Illustrissimus, werd het gebruikt als titel, dien de geleerden gewoonlijk aan elkander gaven; voorts noemt de senaat van het amsterdamsch studentencorps zich Illustrissimus Senatus Studiosorum Amstelaedamensium (afgekort I. S. ,S. A.).