Gepubliceerd op 23-02-2021

Idrisiden

betekenis & definitie

(ook Edrïsiden), arabische dynastie, welke van 791—926 heerschte in westelijk Noord-Afrika. Zij voert haar afstamming op tot Idris, een nakomeling van Ali, die in 784 voor de vervolging der Abassiden naar noordwestelijk Afrika vluchtte en tal van Berberstammen overtuigde van zijn rechten als khalief, andere met geweld onderwierp en zelfs door den vorst van Tlemsen als de rechtmatige imam (zie aldaar) erkend werd.

Na een kortstondige regeering werd hij in 791 door toedoen van Haroen-al-Rasjied, vergiftigd. Zijn eenige zoon, Idris II, de stichter van de residentie Fez, breidde door veroveringen de grenzen van den staat der I. uit en stierf na een vruchtbare regeering in 829. Onder zijn zoon en opvolger Mohammed werd het geheele rijk onder de zonen van Idrïs II verdeeld, waardoor de kiem van het verval gelegd werd. In 916 delfde Jahja, een door geleerdheid en heerschersdeugden uitmuntend vorst, het onderspit tegen de troepen van den stichter der fatimidische dynastie, en werd onttroond. Slechts korten tijd kon zijn opvolger Hasan, die zich in 926 weder van de hoofdstad Fez meester maakte, den Fatimiden weerstand bieden. Alleen enkele kuststeden bleven nog in de macht van verschillende Idrïsidenvorsten, in wier bezit zij evenwel, van de spaansche Omajaden en de Fatimiden afhankelijk, zich niet lang meer konden handhaven.

< >