heilige, bisschop van Luik, zoon van hertog Bertrand van Guienne, leefde eerst aan het hof van den fränkischen koning Theoderic (Diederik) III, daarna bij Pepijn van Herstal, trok zich na den dood zijner gade uit de wereld terug en werd door paus Sergius I in 709 tot bisschop van Tongeren (Luik) verheven; als opvolger van Lambertus van Maastricht. Hij overl. in 728 en werd bijgezet in de kerk van den heiligen Petrus te Luik, vanwaar zijn gebeente in 744 werd overgebracht naar de door hem gestichte Lambertuskerk, en in 825 naar het klooster Andoin in de Ardennen.
Volgens de legende was H. een hartstochtelijk jager, tot dat hij, diep getroffen door de verschijning van een hert, dat in een gouden gewei een stralend kruis droeg, het jachtvermaak vaarwel zeide; hij wordt vereerd als de patroon der jagers; in de r.-kath. kerk wordt de heilige H. aangeroepen tegen den beet van dolle honden. Zijn feestdag is 3 Nov.; op dezen dag worden aan de groote hoven nog steeds groote jachtpartijen gehouden (de z.g. Hubertsjacht).