koning van Juda, naar de gewone tijdrekening 727—699 v. Chr., zoon en opvolger van Achaz, bracht een verbond tusschen de staten van Palestina tot stand en stond toen op tegen den assyrischen koning Sanherib; deze verwoestte daarop het land (701), doch werd door een in zijn leger uitgebroken pest-epidemie genoodzaakt af te trekken.
H. moest zich evenwel onderwerpen. Daar Jesaja voorspeld had dat Jeruzalem nog niet zou worden veroverd, begon H. vertrouwen te stellen in dezen profeet, die nu grooten invloed op hem verkreeg.