Gepubliceerd op 23-02-2021

Het groene kruis

betekenis & definitie

In den zomer van 1900 werd door den heef F. C.

Fleischer, destijds Doopsgezind predikant te Broek op Langendijk en voorzitter der afdeeling Langedijk van de Noord-Holl. vereeniging „Het Witte Kruis”, getracht, in een aantal Zuid-Holl. gemeenten commissies te vormen voor de stichting eener gelijksoortige vereeniging, aldaar te vestigen. Door vele persoonlijke relaties, vooral tengevolge van zijne rondreizen als bezoekleeraar der „Commissie ten behoeve der Doopsgezinden in de Verstrooiing”, mocht hem dit gelukken o. a. in ’s Gravenhage, Boskoop, Haastrecht, Capelle aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel, Hazerswoude, enz. Kort daarna werd door den heer W. Poolman, arts te Lange Ruigeweide, die de werking van „Het Witte Kruis” in zijne vroegere standplaats (Zandvoort) had leeren kennen en waardeeren, in zijne woonplaats eene derg. vereeniging gesticht onder den naam van „Het Groene Kruis”, nadat hij zich in eene vergadering van de afd. Woerden en Omstreken der Maatschappij tot Bev. der Geneeskunst verzekerd had van de sympathie en medewerking zijner vakgenooten elders. Dit geschiedde bijna gelijktijdig en toch onafhankelijk van de pogingen door ds.

Fleischer in het werk gesteld. Zoodra deze laatste daarvan vernomen had, stelde hij zich met den heer Poolman in verbinding en tengevolge eener gelukkige samenwerking mochten zij er in slagen, in enkele maanden eene reeks afdeelingen te vormen en die den 9den April 1901 op eene algemeene vergadering te ’s Gravenhage te verbinden tot de Zuid-Hollandsche Vereeniging „Het Groene Kruis”.De heer Fleischer had inmiddels de rede door hem in onderscheidene Zuid-Hollandsche gemeenten uitgesproken, door den druk vermenigvuldigd. De verspreiding daarvan en van zijne latere brochure „Het Witte en het Groene Kruis”, gesteund door den propagandaarbeid van den heer Poolman en de vele andere vrienden die het Groene Kruis zich al spoedig won, deed al spoedig in alle provincies (op Limburg na) Groene Kruis Vereenigingen verrijzen. Thans (1904) zijn er reeds 165 met te zamen pl.m. 50.000 leden. In Zuid-Holland, Friesland en Groningen zijn die verbonden tot provinciale vereenigingen, respectievelijk met 11.000, 17.000 en 4000 leden. Behalve met het oprichten van plaatselijke magazijnen van verplegingsmiddelen, die nu overal gevonden worden, houdt het Groene Kruis zich bezig met wijkverpleging, verbandcursussen, bakercursussen (ook eene instelling door den heer Fleischer in het leven geroepen), verspreiding van hygiënische geschriften en raadgevingen, enz. De Provinciale vereenigingen richtten een ontsmettingsdienst in, zenden vacantiekolonies uit, stellen verpleegsters ten dienste van ’t publiek enz.

De Friesche vereeniging geeft ook geschriften uit (o. a. Gids voor Ziekenverpleging (1903), de Leerstof voor den Bdkercursus, bewerkt door A. G. van Hulst, 1904). Op 1 Juli 1904 is ook de eerste aflevering verschenen van een drie-maandelijksch tijdschrift „Het Groene en het Witte Kruis”, onder redactie van F. C. Fleischer. De Groene Kruis beweging breidt zich nog steeds uit en wordt door eene krachtige propaganda in gang gehouden.

< >