De hertogen vormden een tak van de koninklijke familie van Valois en waren afstammelingen van Karel van Valois, die in 1346 in den slag bij Crecy sneuvelde. Zijn kleinzoon Jean ï sneuvelde in 1415 bij Agincourt; zijn opvolger, Jean II, zich aansluitende bij de vijanden van het hof, werd tweemalen ter dood veroordeeld, doch ontving beide keeren gratie.
René, zijn zoon, bracht zich bij den Franschen koning, Lodewijk XI, in verdenking van verraad, en werd drie maanden lang in een ijzeren kooi opgesloten gehouden te Chinon, doch werd door Karel VIII ontslagen en in zijn eer hersteld ; René’s zoon, gehuwd met de dochter van Frans I, was generaal der voorhoede van het Fransche leger in de Nederlanden; ook voerde hij den linkervleugel aan bij den slag van Pavia, en sloeg op het beslissende oogenblik met zijn troepen op de vlucht, zoodat aan hem de nederlaag der Franschen en de gevangenneming van den koning geweten werd. Met hem stierf het oude huis der hertogen van Alençon uit en het hertogdom werd geschonken aan den hertog van Anjou; Bodewijk XIV schonk het aan den hertog van Berri, Lodewijk XV aan den graaf van Provence,