duizendkoren, breukkruid, plantengeslacht van de familie der Caryophylleeën; met zeven of acht soorten, alle inheemsch in de oude wereld, kleine struiken met meestal tegenoverstaande bladen en kleine, tot bijschermen of okselstandige bundels vereenigde bloemen. In Nederland komt een soort voor, H. glabra, het onbehaarde duizendkoren, een tot 15 cm. hooge overblijvende kruidachtige plant, met langwerpige of elliptische bladen en uit 5 draadvbrmige, op meeldraden gelijkende deelen bestaande bloemkroon; vrij algemeen op droge zand- en heigronden en ook wel aan oevers van rivieren.
Deze soort, evenals H. hirsuta, het behaarde duizendkoren, werd vroeger tegen breuken, waterzucht, nierziekten en blaaskwalen aangewend; thans gelden beide meer als diureticum tegen acute blaascatarrh.