Gepubliceerd op 20-01-2021

Hernando cortez

betekenis & definitie

of Cortes (of Fernando) Spaansch veroveraar, geb. 1485 te Medellin in Estremadura, studeerde te Salamanca in de rechten en ging in 1504 naar Haiti in West-Indië, in 1511 naar Cuba, met Diego Velasquez, den stadhouder van dit eiland; hij werd hier alcalde van St. Jago. Nadat in 1517 Hernandez de Cordova van Cuba uit de noord- en w. kusten van Yucatan en in 1518 des stadhouders neef, Juan de Grijalva, de kust van Mexico ontdekt had,rustte V elasquez een veroverings-expeditie uit, aan wier hoofd hij den reeds om zijn onverschrokkenheid en voortvarendheid bekenden C. plaatste; toen alles echter voor het vertrek gereed was, gaf Velasquez, waarschijnlijk voorziende dat C. alle eer en alle voordeel der onderneming voor zich zou trachten te behouden, tegenbevel, en gaf bovendien order C. in verzekerde bewaring te stellen; deze, ten volle op de ter zijner beschikking gestelde manschappen kunnende vertrouwen, bespoedigde de afreis en verliet 10 Febr. 1519 met 11 schepen, 6 a 700 krijgslieden, 18 bereden manschappen en eenig geschut de’haven van Santiago de Cuba;’ begin Maart bereikte hij de monden van de Tabasco en vermeesterde allereerst de stad van denzelfden naam; de artillerie, de soldaten die te paard vochten, en de geheele verschijning van de drijvende kasteelen die de blanke geweldenaars van uit de verte over den oceaan herwaarts hadden gebracht, vervulden de inboorlingenmet schrik en verbazing en deden hen de Spanjaarden als bovenaardsche wezens beschouwen; van alle kanten werden gezanten met rijke geschenken naar hen afgezonden; Cortes, die hier ook zijn indiaansche begeleidster, donna Marina, aan zich verbond, die hem sinds in zijn mondelinge gesprekken met de inboorlingen belangrijke diensten bewees, vernam weldra dat de heerscher van dit land Montezuma heette, dat deze over een uitgestrekt gebied heerschte en dat dit rijk sinds drie eeuwen bestond, verder dat zijn rijkdommen onmetelijk en zijn macht absoluut was; dat hij dertig vazallen had, kazieken geheeten, enz. Dit alles deed C. besluiten de verovering van dit groote en rijke land te ondernemen ; na in het gebied van een ontevreden en gemeene zaak met hem makenden vasal de stad Vera-Cruz te hebben gesticht, deed hij zich door zijn manschappen tot voorloopig kapitein-generaal der nieuwe kolonie kiezen en stelde onmiddellijk daarop een boodschap aan keizer Karel V op, waarin hij de rijkdommen van het te veroveren land met sterke kleuren schilderde en tevens zijn plannen uiteenzette; nog voor het schip, dat deze boodschap naar Europa zou overbrengen, vertrok, ontdekte G op 26 Juli 1519 een samenzwering onder de aanhangers van Velasquez in zijn leger; de aanleggers hiervan werden door hem met den dood gestraft, terwijl hij verder, om elke verstandhouding naar buiten onmogelijk te maken, en om zijn leger geen andere keuze dan te overwinnen of te sterven te laten, alle schepen liet vernielen; daarop ving hij zijn tocht naar het binnenland aan, sloot verdragen met ontevreden vasallen van Montezuma, versterkte zoodoende zijn strijdmacht zoowel als zijn positie, overwon de hem den eersten tegenstand biedende bewoners der republiek Tlascala, die haar zelfstandigheid tegen den beheerscher van het Azteekenrijk had weten te bewaren, onderwierp ook de stad Cholula, en bereikte met een leger van 6000 inboorlingen en een handvol Spanjaarden het groote meer Texoco, aan hetwelk de hoofden residentiestad van het rijk der Azteeken, Mexico of Tenochtitlan, lag; C. werd door Montezuma met groot praalvertoon ontvangen, terwijl de bevolking hem voor een zoon van de zon hield en hem goddelijke eer bewees; de eerste zorg van C. was nu, het paleis dat hem als woning was aangewezen, te versterken; onderwijl hij bezig was een krijgsplan ter verovering van het land vast te stellen, vernam hij, dat Montezuma een troepenmacht tegen de door de vreemdelingen gestichte stad Vera-Cruz had afgezonden, dat deze de bezetting had aangevallen, en dat velen in den strijd gevallen waren, terwijl van een der gevallen Spanjaarden het afgehouwen hoofd naar de hoofdstad was gebracht, om de onderdanen van Montezuma het bewijs te leveren dat de vreemdelingen niet, gelijk zij meenden, onsterfelijke wezens waren; zich ten volle van den omvang v/h hierin gelegen gevaar bewust, besloot C. tot een stouten stap; met zijn officieren ten paleize van den vorst genoodigd, maakte hij zich van den persoon es keizers meester, eischte uitlevering van de legerhoofden die den aanslag op VeraCruz hadden geleid, deed deze voor de poorten van het keizerlijk paleis en in het openbaar levend verbranden, en dwong den in boeien geslagen keizer gedurende de executie zich een vasal van keizer Karel V te verklaren, hetwelk deze deed, waarop zijn gevangenschap tegen een hoogen losprijs in goud en edelgesteenten eenigermate werd verlicht; ternauwernood had C. zich echter op deze wijze uit het oogenblikkelijke gevaar gered, of hij kreeg bericht van de nadering van een door den naijverigen Velasquez tegen hem uitgezonden legermacht, onder Narvaez; met zijn gewone vastberadenheid besloot C tegen dezen nieuwen onverwachten vijand op te trekken; een bezetting van 200 man in Mexico achterlatende ging hij met het overig deel zijner strijdkrachten Navaez tegemoet, versloeg hem op 24 Mei 1520 bij Zempoalo, maakte hem krijgsgevangen, en deelde de tegen hem uitgezonden spaansche krijgslieden bij zijn eigen leger in; in de hoofdstad teruggekomen bevond hij dat deze intusschen in opstand was gekomen, en dat de toestand der vreemdelingen wanhopig was; Montezuma werd bij een poging om zijn onderdanen toe te spreken door dezen gedood (Juni 1520); na een woedenden strijd in de stad ving C. in den nacht van I Juli zijn zesdaagschen terugtocht langs den smallen meerdijk aan; hij verloor hierbij alle geschut, al zijn paarden, het grootste deel der geroofde schatten, en een aanmerkelijk aantal manschappen; in de vlakte van Otumba stelde hij echter het overschot zijns legers weder op, leverde den onnoemelijk sterkeren vijand slag (7 Juli 1520), en behaalde een overwinning die het lot van Mexico besliste; zwaar gewond trok hij 8 Juli de hoofdstad van den bondgenootenstaat Tlascala binnen, bracht hier een inlandsch hulpleger op de been, versterkte zich verder met nieuwe door de stadhouders van Cuba en Jamaica tegen hem.uitgezonden, doch door hem krijgsgevangen gemaakte treepen, en ving 28 December met 550 man te voet, 40 bereden manschappen en 9 kanonnen, en vergezeld van 10.000 Tlascalanen, waarbij zich onderweg gedurig nieuwe hulptroepen aansloten, terwijl hij ook door 200 Spanjaarden van Haiti werd versterkt, den tocht tot herovering van Mexico aan; de hoofdstad had zich intusschen onder leiding van den nieuwen vorst, Guateinotzin, neef en opvolger van Montezuma, in staat van verdediging gesteld, en eerst na een woedende verdediging van vele maanden in en om de stad, vielen op 13 Aug. 1521 de laatste sterke punten, benevens de keizer en zijn hofhouding in handen der Spanjaarden. Na den val der hoofdstad onderwierp C. dadelijk de overige deelen des rijks: Karel V benoemde hem tot kapitein-generaal van het nieuw veroverde land, allereerst Nieuw-Spanje gedoopt, en schonk hem het Oaxaca-dal als markiezaat; in 1524 beval C. den wederopbouw der hoofdstad, en begon met groot beleid een soort burgerlijk bestuur te organiseeren; in hetzelfde jaar ondernam hij een koene expeditie te land van Mexico naar Honduras; na een uitermate moeitevollen tocht bereikte hij, steeds zoekend naar een midden-amerik. zee-engte, Truxillo in Honduras; Guatemotzin, die den tocht als gijzelaar had moeten meemaken, werd als verdacht van verraad op zijn bevel te Acalan (Tabasco) ter dood gebracht; het hof te Madrid begon omstreeks dezen tijd zwermen ambtenaren, evenzoovele bewakers van C., naar het nieuwe gebied te zenden, en terwijl C. de verovering van Nieuw-Spanje voltooide, werden zijn bezittingen in beslag genomen en zijn vertrouwde, achtergebleven aanhangers gevangen gezet; verontwaardigd over de ondankbaarheid van zijn souverein, ging hij in 1528 in persoon naar Spanje, om genoegdoening te vorderen; de keizer ontving hem met groote onderscheiding en decoreerde hem met de orde van Sint-Jago; C. keerde daarop naar Mexico terug, doch bevond hier dat het burgerlijk bestuur hem ontnomen en hem slechts het bestuur der militaire zaken gelaten was; hoewel vervuld van wrevel en gedurig met de burgerlijke regeering in botsing komende, zette hij, hoewel met minder geluk, zijn veroveringen voort: in 1536 ontdekte hij het schiereiland Californië en onderzocht een deel van de golf, die dit van Mexico scheidt; ten laatste den strijd met de ambtenaarswereld moede, keerde hij in 1540 weder naar Europa terug, doch werd ditmaal door Karel V zeer koel ontvangen, verdubbelde daarop zijn pogingen om de gunst des keizers weer te verwerven, nam deel aan de expeditie tegen Algerië (1541), werd niettemin geheel veronachtzaamd, en kon later zelfs ternauwernood een audiëntie verkrijgen; eens zou hij met geweld door de omringende menigte tot de plaats waar de keizer in zijn rijtuig was gezeten, zijn doorgedrongen, en op de vraag des keizers wie hij was. hebben geantwoord: „Iemand die u meer provinciën heeft gegeven dan uw voorvaderen u steden hebben nagelaten,” en daarop geheel in ongenade zijn gevallen; C. bracht zijn laatste dagen in verlatenheid door, besloot zijn geboorteland te verlaten, werd echter te Sevilla ziek, en overleed 2 Dec. 1547 in het dorp Castilleja de la Cuesta ; hij liet een zoon na, die zich door een werk, getiteld: Breve compendia de la esfera y de la arte de navegar (Cadix 1555, Sevilla 1556) heeft bekend gemaakt. Van C zelf zijn slechts een 5-tal door hem aan Karel V gerichte brieven bekend, 'allen over zijn veroveringen handelende; de beste uitgave van drie dezer brieven is die van don Francisco Antonio Lorenzana, aartsbisschop van Mexico, getiteld: Historia de Nueva-Espana escrita por su esclarecido conquistador, Beman Cortes, aumentada con otros documientos y notas (Mexico. 1770) ; de beide anderen zijn eerst in de 19de eeuw gevonden ; alle vijf werden door Charnay woordelijk vert. en in 1896 in het fr. uitgegeven.

< >