Gepubliceerd op 17-02-2021

Herman haga

betekenis & definitie

nederlandsch natuurkundige, geb. 1852 te Oldeboorn, promoveerde aan de universiteit. te Leiden tot doctor in de wis- en natuurkunde, en was achtereenvolgens tijdelijk observator aan de sterrenwacht te Leiden, assistent aan het natuurkundig laboratorium te Straatsburg, leeraar aan de boogere burgerschool te Apeldoorn, idem te Delft en werd in 1886 benoemd tot hoogleeraar in de natuurkunde aan de universiteit te Groningen.

< >