Gepubliceerd op 17-02-2021

Henry rider haggard

betekenis & definitie

engelsch romanschrijver, geb. 22 Juni 1856 te Beadenham in Norfolk, hield zich 1875—79 in de engelsche koloniën in Afrika op, en werd later barrister aan Lincoln’s Inn. Zijn eerste werk was: Cetewayo and his white neighbours (Lond. 1882), waarop in 1884 de roman Dawn volgde; in ruimeren kring werd hij bekend door Ring Solomon’s mines (1886) en She, a history of adventures (1887); verder verschenen nog de sensatieromans: The witch’s head (1885), Cleopatra (1889), Eric Brighteyes (1891), Nada, the Lihj (1892), Montezuma’s daughtcrs (1893), The people of the mist (1894), Joan Baste 1895, Heart of the ivorld (1896), The Wizard 1896, Dr.

Therne (1898), Swallow *v1899), Black heart and white heart (1900), Lysbeth (1901); eindelijk het A farmer’s year (1899), en het tendenzieuse geschiedwerk The last Boer war (1899), dat vol onjuistheden, verkeerde voorstellingen en uitingen van vijandschap jegens de Boerenrepublieken, en weinig meer is dan een poging om de openbare meening van het oogenblik te exploiteeren. H. beschikt over een vruchtbare verbeeldingskracht en levendigheid van voorstelling, doch is steeds onwaarschijnlijk en overdreven; zijn stijl is ruw, zijn karakterteekening uiterst zwak; zijn wapenfeiten zijn inderdaad schitterend doch niet homerisch, en ontsierd met noodeloos bloedvergieten en ondenkbare gruwzaamheid. Zijn voornaamste verdienste is zijn vlotte leesbaarheid en zijn succes bij het groote publiek.

< >