fransch hellenist van duitsche afkomst, geb. te Frankfort a. M. 1818, werd in 1848 in Frankrijk genaturaliseerd en bekleedde achtereenvolgens verschillende betrekkingen bij het hooger onderwijs.
In 1882 werd hij lid van de Académie des inscriptions. Voornaamste werken: De Vordre des mots dans les langues anciennes comparées aux langues modernes (1845), Théorie générale de Vaccentuation latine (1855), Etude sur le drarne antigue (1897), en goede uitgaven van Aeschylus, zeven treurspelen van Euripides, de redevoeringen van Demosthenes.