nederl. vakorganisator, geb. 22 Fefcr. 1868 te Amsterdam, werkte 1887 —90 te Londen als diamantsnijder en maakte hier practisch kennis met het vakvereenigingswezen, sloot zich in 1890 aan bij den Soc.-dem. Bond en vervulde daarin verschillende functies, werd ook lid van de toen onbeteekenende Nederl. diamantbewerkers-vereeniging, in 1892 redacteur van haar orgaan, was einde 1894, tijdens de eerste algemeene staking in de diamantindustrie, secretaris van het stakingscomité, werd vervolgens voorzitter van de onmiddellijk na die staking gestichte federatie van alle vakvereenigingen in dat bedrijf, welke federatie eenige maanden later werd omgezet in den Alg.
Nederl. Diamantbewerkersbond (A. N. D. B.), is sedert de stichting voorzitter van dien Bond en ook redacteur van deszelfs orgaan, het „Weekblad”; hij is sinds Nov. 1893 bovendien voorzitter van ’t in dat jaar te Parijs gestichte wereldverbond van diamantbewerkers. P. behoorde verder tot de 12 die 1894 te Zwolle de Soc.-Democr.
Arbeiderspartij stichtten; hij werd 1899 door de regeer, benoemd tot lid der centrale commissie voor de statistiek en is sedert Dec. 1902 lid van den gemeenteraad van Amsterdam; schreef behalve artikelen in binnen- en buitenl. bladen verschillende brochures, als: Federatie en Vakvereenigingen (1898), De Tuchthuiswet, en vertaalde o.a. Ristory of Trade Unionism 'en Industrial Democracy v. Sidney en Beatrice Webb, The Impossibilities of Anarchism van G. B. Shaw, verschillende werken van Robert Blatehford, Ships that pass in the night van Beatrice Harraden, de Kreutzersonate van Tolstoj, enz.