fransch componist, in 1763 te Givet in de Ardennen geb. waar hij reeds als elfjarige knaap het orgel in de Franciscaner kerk bespeelde. Te Charlemont door den bevelhebber van een aldaar in garnizoen liggend regiment opgemerkt, nam deze den 16-jarigen knaap mede naar Parijs, waar hij op zijn 27ste jaar het eerst opgang begon te maken door zijn opera Euphrosine et Conradin, die weldra door anderen gevolgd werd, van welke La chasse du jeune Henri zich het langst staande hield.
Ondertusschen was hij de componist der revolutie geworden door zijn Chant du départ, Ghant de victoire enz. Hij was eerst inspecteur, later professor van het pas-opgerichte parijsche conservatorium, waardoor er in langen tijd geen opera’s van hem verschenen. Een zijner beste werken is zijn opera Joseph, die in 1807 voor het eerst werd opgevoerd. Sedert zag hij zich door Spontini en Nicolo Isouard in de schaduw gesteld. Hij overl. in 1817.