Gepubliceerd op 20-01-2021

Hendrik lodewijk drucker

betekenis & definitie

Nederl. rechtsgeleerde en politikus, geb. 11 Aug. 1857 te Amsterdam, studeerde te Leiden in de rechten, promoveerde in 1879 tot doctor in de rechtswetenschap, zette zijn studiën gedurende een jaar te Leipzig voort, vestigde zich te Amsterdam als advokaat, werd in 1882 hoogleeraar in het romeinsche recht te Groningen, bekleedde denzelfden leerstoel van 1889—97 te Leiden, verkreeg in Maart 1897 eervol ontslag; en sinds 1899 is hij privaat docent aan de hoogeschool te Leiden; in 1894,1897 en 1901 werd hij door de stad Groningen naar de Tweede kamer afgevaardigd.

< >