Gepubliceerd op 14-03-2021

Hendricus johannes wansink

betekenis & definitie

nederl. letterkundige, geb. 5 Juli 1832 te Huissen (Gelderland), was leeraar aan verschillende hoogere burgerscholen, (Winterswijk, Warffum, Den Haag); streefde er naar de voortbrengselen der nieuwe ital. en spaansche literatuur hier te lande meer bekend te maken; vertaalde uit het ital. werken van Garibaldi, Amicis, Azeglio, Molmenti, Tarehetti, Edoardo, Farina, Barilli, Silvio Pellico e. a.; uit het sp.: E. Castelar, De zuster van barmhartigheid (2 dln., Alkm. 1879); verder oorspronkelijke werken en voor taalstudie, w. o. een Volledige theoretisch-practische spraakkunst der Ital. taal (Gouda 1888) en een Volledige theoretisch-practische spraakkunst der Spaansche taal (Rotterdam 1888).

< >