of Heklufjall, de meest bekende vulkaan van Ijsland, in het zuidwestelijk deel des eilands, ten o. van Reykjavik, verheft zich als een 1557 meter hooge, lange en regelmatige kegel, uit het midden van een naakte bergmassa. De kegel, die veelal in een wolkenkrans gehuld is, heeft sedert 1845 vijf kraters, van welke de voornaamste nagenoeg rond, nauwelijks 2 km. in omvang is en een diepte van 60 tot 100 meter heeft.
De H. is vooral door de menigvuldigheid zijner uitbarstingen merkwaardig. Sedert 1104 tot op dezen tijd vindt men 18 uitbarstingen opgeteekend, waarbij de tusschentijden 6, maar ook 79 jaren beliepen. De voorlaatste uitbarsting duurde van Sept. 1845 tot April 1846. De aschzuil werd 1000 km. ver over land en zee heen verspreid; de verwoestingen waren ontzettend. De laatste uitbarsting had plaats in 1878. De H. vertoont geen spoor van plantengroei.
