Gepubliceerd op 14-03-2021

Heinrich albers zachariae

betekenis & definitie

duitsch rechtsgeleerde, 1806—1875, werd in 1835 professor in de rechten te Göttingen, in 1848 gevolmachtigde voor de hannoveraansche kroon op den duitschen bondsdag en werkte mede aan het eerste ontwerp van een grondwet voor een duitsch rijk. In 1863 werd hij naar het vorstencongres gezonden als vertegenwoordiger der bondsstaten; in 1867 tot lid van den eersten rijksdag van den Noordduitschen bond gekozen en door de hoogeschool van Göttingen als levenslang lid voor het pruisische Heerenhuis.

Z. schreef o. a. : Deutsches Staats- und Bundesrecht (3de dr. 1865— 67); Handbuch des deutschen Straf processes (1860—68).

< >