Gepubliceerd op 17-02-2021

Hanau

betekenis & definitie

1) Landkreits in het pruisisch regeeringsdistrict Cassel, 2971/2 km.2 groot, in 1900: 48.412 inw., in 1 stad en 31 landgemeenten.

2) Stad en stadskreits, tevens hoofdplaats van den landkreits H., 1 km. van de hessische en 7 km. van de beiersche grens, aan de monding van de Kinzig in de Main, en aan de spoorlijnen Frankfurt—Aschaffenburg, Frankfurt—H. (18 km.), Bebra—Frankfurt, H.—Friedberg (33 km.) en H.—Eberbach (86 km.), telde in 1900: 29.847 inw., w.o. ruim 6300 r.-kath. en 657 israëlieten. Marienkerk, reeds in 1322 vermeld, verder een kerk der nederl. gemeente (1600 voltooid), gymnasium (1607 geopend), teeken-academie; fabrikage van bijouterieën en goud- en zilverwerken, 9 diamantslijperijen, allerlei andere industrie. Monument voor de gebroeders Grimm, van prof. Eberle, Oct. 1896 onthuld. Talrijke kunstverzamelingen.

< >