Een der grondleggers der moderne aardrijkskunde, geb. 28 Febr. 1675 te Parijs, leerling van den astronoom Cassini, vatte reeds vroeg het plan op te trachten de aardrijkskunde een nieuwen grondslag te geven ; in 1700 gaf hij een wereldkaart, kaarten van Europa, Azië en Afrika, een hemel- en een aardglobe van 31 c M. in doorsnede uit, waaraan hij de tot op zijn tijd gedane sterrenkundige ontdekkingen ten grondslag had gelegd, hetgeen zijn blindelings de lengtebepalingen yan Ptolemeus volgende voorgangers verzuimd hadden; het aantal zijner kaarten van de oude en de nieuwe wereld beloopt 134; daaronder geeft vooral zijn wereldkaart van 1724 de vorderingen aan die de aardrijksk. te dien tijde had gemaakt; D. stierf 35 Juni 1726 te Parijs.
Zijn broeder, Joseph Nicolas D., geb. 4 April 1688 te Parijs, wijdde zich aan de sterrenkunde, en werd reeds in 1715 lid van de Academie van wetenschappen; in 1725 werd hij door czaar Peter den Groote naarPotersburg beroepen, in welke stad hij een sterrenkundige school stichtte, die weldra tot ver buiten de russische grenzen vermaard was; in 1747 keerde hij weder naar Parijs terug, waar hij 11 Sept. 1768 arm en vergeten stierf; zijn hoofdwerk is het Mémoire sur les nouvelles découvertes au nord de la Mer du sud (Parijs 1752, 2d; druk 1753), waarin hij de resultaten en de pogingen der Russen om een waterweg uit de Zuidzee naar de wateren benoorden Amerika te vinden worden medegedeeld ; zijn Mémoires pour servir à l'histoire et au progrès de Vastronomie, de la géographie et de la physique (Petersburg 1738) bleven onvoltooid ; zijn Avertissement aux astronomes sur Têclipse annulaire du soleil que Von attend le 25 juin (Parijs 1778) geeft een volledig overzicht aller ringvormige zonsverduisteringen.
Twee andere broeders, Simon Claude D., geb. 1675, overl. 1708, en Louis D., meer bekend onder den naam Delislc de Lacroyère, die als sterrenkundige zijn broeder naar Petersburg volgde en 22 Oct. 1740 overl., hebben zich evenzoo als geleerden, de eerste als geschiedschrijver, de laatste door zijn reizen naar Siberië en Kamschatka en als metgezel van Bering -(1841) verdienstelijk gemaakt. De eerste leverde een franschc bewerking van de Tables chronologiques (1708) van P. Petau, en was medewerker aan Défense de Tantiquité de la ville et du siège épiscopal de Toul (1702), de tweede schreef: Recherches du mouvement propre des étoiles fixes, enz.