(graaf) oostenrijksch veldmaarschalk, 1657—1737, nam als adjudant van zijn neef Ernst Rüdiger van S. (zie boven) aan de verdediging van Weenen deel. In den spaanschen successieoorlog streed hij in Italië onder prins Eugenius, die hem 1703 het opperbevel overdroeg; 1706—7 onderdrukte hij den opstand in Hongarije.
Tot veldmaarschalk benoemd, aanvaardde hij 1708 het opperbevel over het in Spanje strijdende leger, veroverde Madrid en liet daar aartshertog Karel tot koning uitroepen, doch door gebrek en verraad werd hij gedwongen tot den terugtocht; hij werd 9 Dec. 1710 bij Villa Viciosa verrast en door Vendóme verslagen. Bij Karels terugkeer naar Duitschland 1711 bleef S. als vicekoning achter in Barcelona, dat hij tengevolge van het neutraliteitsverdrag van 14 Mei 1713 moest ontruimen.