(Georgius Florentius), geb. omstreeks 544 in Auvergne, werd door zijn oom, bisschop van Clermont, opgevoed en zag zich in 569 tot diaken en in 573 tot aartsbisschop van Tours benoemd. Hij was een man van groote gaven en vasten geest, volijverig in het stichten van christelijke gemeenten en kerken in zijn vaderland.
Bij de fränkische koningen Siegbert en diens opvolgers stond hij in hooge achting. In 594 naar Rome gereisd, om Gregorius den Groote te zien, overl.. hij niet lang na zijn terugkomst te Tours, 17 Nov. 594. G. is een der beroemdste geschiedschrijvers van zijn tijd. Zijn hoofdwerk: Historici sive (mnales Francorum, is vervat in tien boeken en loopt van de oudste tijden tot 592.