of Grimsby, stad in het engelsche graafschap Lincoln; parlements- en countyborough, 24 km. z.o. van Huil, rechts aan de monding van de hier 11 km. breede Humber, telde in 1901: 63.138 inw., heeft een goede haven en ruime dokken, industrie (scheepsbouw, touwslagerij, looierij, aardewerkfabrikage, bierbrouwerij), visscherij (vooral op de Doggersbank, 1899: 522 vaartuigen; verzending naar Birmingham, Londen, Wales enz.), en een uitgebreiden in- en uitvoerhandel. De invoer, die in 1899 ruim 73/4 millioen pond sterling beliep, bestaat voornamelijk uit wol en wollen waren, boter, hout, katoenwaren, ijzer, glas, eieren, margarine, graan, zijde en suiker, de uitvoer (1899 ter waarde van ruim ID/ö millioen pond sterling) uit producten der engelsche textiel-industrie en verder uit machinerieën, steenkool (meest naar Zweden en Duitschland), staal, caoutchouc.
Scheepverkeer in 1899: aangekomen schepen kustvaart 414 (tezamen metende 159.269 registerton) en groote vaart 2107 (966.624 registerton). De handelsvloot van G. telde in 1899: 605 schepen van tezamen 56.169 register ton. G. staat in geregelde stoomvaartverbinding met Huil, Londen, Antwerpen, Rotterdam, Dieppe, Malmö, Göteborg en Hamburg. G., reeds in vroegeren tijd een bloeiende plaats, later door Huil overvleugeld, ontwikkelde zich sinds den aanleg der nieuwe havenwerken binnen korten tijd tot een belangrijk verkeers- en handelscentrum.