gemeente in Noord-Brabant (arrond. ’s Hertogenbosch, kanton Oss), aan de Maas, omgeven door de gemeenten Velp en Escharen (N.-Brab.) en Overasselt (Gelderl.), ruim 400 hectaren groot, deels rivierklei, deels diluvisch zand; de gemeente bevat de stad Grave en den polder Mars-en-Wijt en telde 1 Jan. 1902: 2424 inw.; katoenweverij, bierbrouwerij, leerlooierij, sigarenfabrieken, enz., winkelnering. Kiesdistrict zie volgend artikel; personeele belasting 7de klasse.
De stad Grave, naar men wil een stichting van graaf Herman van Cuyk, doch vermoedelijk ouder, is een vestingstad aan den zuidoever van de Maas; het middelpunt der stad is de Markt, een ruim plein, waarop een viertal hoofdstraten uitkomen; de r.-kath. St. Elizabethskerk, 1290—1300 gebouwd, begin 16de eeuw vergroot met het koor, bevat een graftombe van hertog Arnoud van Gelder; er is ook een herv. kerk, alsmede een synagoge, en verder een krankzinnigengesticht. G. wordt in de geschiedenis van Zuid-Nederland vele malen genoemd; het had vele belegeringen te doorstaan, zoowel ten tijde der graven, als later, gedurende den tachtigjarigen oorlog en den oorlog met Frankrijk.
