Gepubliceerd op 17-02-2021

Grandeur

betekenis & definitie

grootte, grootheid, aanzienlijke afmeting, belangrijkheid, ernst, hoogheid, hooge rang, macht, waardigheid; voorts een eeretitel, inzonderheid der fransche bisschoppen; regarder quelqu’un du haut de sa grandeur: iemand met minachting, uit de hoogte behandelen.

< >