Gepubliceerd op 17-02-2021

Granaatsteen

betekenis & definitie

een veldspaatvrij gesteente, voornamelijk bestaande uit bruin of geel, meer of minder fijnkorrelig granaat, waar in den regel nog groenzwarte hoornblende en magneetijzererts bijkomen; menigmaal treedt het op in fraaie granaatkristallen; niet zelden bevat het ook nog andere silikaten, als augiet, epidoot, kwarts, zwavelmetaal en kalkspaat. G. komt vooral voor in de nabijheid van oude kristallijne schiefers, als b.v. in het Odenwald, aan den Teufelstein bij Schwarzenberg, bij Ehrenfriedersdorf en Berggiesshübel in Saksen, en tusschen Abertham en Joachimsthal in het Ertsgebergte, waar de lagen in het glimmerschiefer hier en daar een machtigheid van 15 m. bereiken.

< >