Gepubliceerd op 17-02-2021

Gran canaria

betekenis & definitie

op een na het grootste van de Canarische eilanden, die naar dit eiland benoemd zijn, is 1667 km.2 groot, en telde in 1897: 114.101 inw., in 22 stadjes en dorpen. Het eiland, 56 km. in doorsnee, is een uitgedoofde vulkaan; aan de n.o.zijde strekt zich het schiereiland Isleta uit, dat een jongere vulkanische vorming is.

Tusschen den 1950 m. hoogen Pico del Pozo de las Nieves, den 1862 m. hoogen Nublo en den 1849 m. hoogen Saucillo ligt de depressie Caldera. Het eiland vereenigt alle natuurschoonheden en eigendommelijkheden der Canarische eilanden in zich en is wegens zijn voortbrengselen het voornaamste van den geheelen archipel; alle kultuurplanten van Europa en het oosten gedijen hier; het eiland heeft verder veel vee (runderen, schapen, geiten), meer dan 100 zeeschepen en een menigte visschersvaartuigen; het drijft een uitgebreiden handel. Hoofdstad is Las Palmas (34.770 inw.); het stadje Gaïdar, de residentie der oude canarische vorsten, telt 4888 inw.; andere volkrijke plaatsen zijn Telde (9164 inw.) en Teror (4652 inw.). G. werd 1478—83 door de Spanjaarden veroverd.

< >