Gepubliceerd op 17-02-2021

Graanproductie

betekenis & definitie

Op grond van de belangrijke positie die het landbouwbedrijf in de volkshuishoudkunde inneemt, en terwille van den handel is men sinds eenigen tijd in de voornaamste landen overgegaan tot het verzamelen van statistische gegevens omtrent de grootte van de met de verschillende gewassen bebouwde oppervlakten en de daarvan geoogste hoeveelheden. De opgaven betreffende de geoogste hoeveelheden zijn steeds het resultaat van meer of minder nauwkeurige schattingen, terwijl die inzake de bebouwde oppervlakten uit officieele bronnen worden geput en over het geheel juist en vertrouwbaar zijn, zoodat zij als een grondslag kunnen dienen voor het bepalen van de geoogste hoeveelheden.

Aangezien de oogst in geen enkel gewas dat in het groot wordt verbouwd constant is, is ook de positie van een land in de reeks der graan in- of uitvoerende landen niet constant; deze positie kan integendeel aanmerkelijk verschuiven. Anderzijds zijn de oogstopbrengsten in een jaar hoogstzelden overal gelijk; zelden mislukken de oogsten over de geheele wereld en even zelden zijn zij overal overvloedig; in den regel bestaat de mogelijkheid tot algemeene vereffening. De bijgevoegde tabellen brusten op gegevens, bijeenverzameld door het centraal bureau voor de statistiek in Zweden, gepubliceerd in het Statistik Tidskrift, 1900, 3.Tabel A bevat de in dubbelcentenaars van 100 kilogr. aangegeven gemiddelde jaarlijksche opbrengst van eenige graansoorten in de verschillende landen over de beide laatste tijdruimten van vijf jaren der 19de eeuw, tabel B de jaarlijksche opbrengst in de jaren 1891—97 gemiddeld per hectare, en per hoofd over de geheele bevolking der verschillende landen.

A. Graanproductie in Europa en de voornaamste buiten-europeesche landen, (per jaar in 1000 dubbelcentenaars van 100 Kilogr.).

LANDEN. TARWE. ROGGE. GERST. HAVER. MAIS.

1891-95 1896-1900 1891-95 1896-1900 1891-95 1896-1900 1891-95 1896—1900 1891-95 1896-1900

Zweden 1.166

1.299 5.595
6.017 3.119
3.111 11.061
10.131

Noorwegen

81
84
236
236
876
876 1.611
1.611 — —

Denemarken 1.010

941 1.793
1.806 1.857
4.782 6.016
6.105 — —

Finland

36
40 2.928
3.179 1.107
1.188 2.169
2.790 — —

Gr.Britannië &Ierl. 16.099

17.757
188
518 17.189
17.166 29.671
28.577 — —

Nederland 1.221

1.319 2.911
3.189 1.003
917 2.533
2.613 — —

België 1.290

4.281 1.981
5.212
831
833 1.161
1.782 — —

Duitsche rijk 37.391

39.833 77.597
81.325 28.009
27.909 58.221
63.950 — —

(West-)Oostenrijk 8.213

7.730 11.507
13.960 9.632
10.378 11.691
12.266 1.119
1.069

Galiciën 3.767

3.998 1.192
1.767 3.120
3.113 5.350
5.676

Hongarije 13.018

37.259 12.712
11.281 13.087
12.567 10.937
11.319 35.586
33.910

Bosnië

888
1.520
115
196
800
800
100
400 2.500
2.500

Zwitserland 2.500

2.500
165
165
200
200
800
800 — —

Frankrijk 80.953

88.371 17.212
16.035 11.238
10.017 10.851
12.508 6.823
6.381

Italië 31.551

34.302 1.092
1.000 1.861
1.911 2.969
2.962 18.139
20.398

Spanje 23.117

26.408 5.000
1.870 11.000
10.731 1.700
1.617 5.000
5.010

Portugal 2.800

2.800 1.800
1.800
650
650
200
200 1.000
1.000

Rusland 81.817

86.967 178.268
190.995 19.277
18.101 93.515
103.931 6.993
7.312

Balkanlanden 37.167

37.150 8.878
8.980 12.128
11.136 1.101
5.220 28.268
31.578

West-Europa 213.197

227.665 139.635
115.672 91.908
90.705 171.266
181.518 36.106
37.980

Oost Europa 166.987

166.894 201.195
216.222 78.712
76.350 111.606
126.516 75.352
80.211

Europa totaal 380.181 394.559 311.130 361.891 170.620 167.055 288.872 308.091 '111758 118.221 Russisch Azië 27.000

27.280 5.000
7.731 7.000
6.036 10.000
12.156 2.000
1.870

Voor-Azië 18.000

20.200 — — — — — — — —

Oost-Indië 66.351

57.402 — — 20.000
23.000 — — 23.000
21.800

Japan 5.006

5.433 8.517
8.831 9.052
9.727 — — — —

Kaapkolonie

810
637 — —
200
188
219
219
731
597

Egypte 5.000

5.000 — — 2.000
2.950 — — 6.000
6.380

Tunis 2.200

1.860 1.000
1.050 1.900
2.000 — — — —

Algerië 6.120

6.299 — — 8.690
6.991
566
726 — —

Ver. St.v.

Amerika 111.322

150.101 7.095
6.188 17.111
15.101 101.333
110.822 110.539
521.870

Canada 13.850

14.442
530
738 1.200
1.713 19.210
35.575 1.600
6.131

Mexico 1.150

4.604 — — 2.000
2.601 1.000
1.000 18.000
18.520

Uruguay 1.750

2.260 — — — — — — 1.050
1.160

Argentinië 16.500

18.832 — — — — — — 8.150
17.900

Chili 1.500

3.930 — — 1.300
1.300 — — 2.000
2.370

Australië 9.920

12.187 — —
535
616 2.920
3.712 2.230
2.532

Buiten-europ.

Landen te zamen 286.479 330.467 22.142

21.538 71.291
75.289 138.308 164.210 175.300 601.130
B. Gemiddelde opbrengst per jaar gedurende 1891—97 per hectare grond en per inwoner in Europa en de voornaamste buiten-europeesche landen.

LANDEN. Oogst in Tarwe. | dnbbelce Rogge. mtenaars Gerst, j p. hectari Haver. 3 grond. Mais. Tarwe, j In Kiloc Rogge. jr. op 1 inwoner. Gerst, j Haver. | Mais.

Zweden 14,8 14,9 14,4 13,6 _ 24 116 65 229 Noorwegen 16,9 17,3 18,2 16,4 — 4 12 43 80 Denemarken 26,2 16,7 17,0 13,9 — 47 215 218 270 Finland 11,4 10,0 9,1 10,3 — 1 120 45 101 Groot Brittanië en Ierl. 19,6 19,1 16,8 42 1 45 77 Nederland 18,4 14,6 24,1 18,9 — 26 62 21 54 België 18,7 18,2 21,5 17,9 — 69 80 13 72 Duitsche rijk 16,2 13,3 16,6 14,6 — 73 153 55 115 Oostenrijk 10,8 9,9 11,5 9,0 12,5 49 78 53 70 18 Hongarije 12,8 10,6 11,8 10,2 14,7 241 71 73 61 199 Zwitserland 16,5 13,5 14,0 15,0 83 16 7 27 Frankrijk 11,9 11,0 11,6 10,3 12,0 211 45 29 106 18 Italië 7,6 7,7 6,0 6,5 9,5 112 4 6 10 59 Spanje 7,7 7,0 8,0 7,0 129 28 61 9 28 Portugal 8,0 6,5 55 35 13 4 78 Rusland 6,0 6,5 7,3 6,4 8,1 83 181 50 95 7 Rumenië 10,9 10,2 9,5 7,6 9,2 267 27 91 31 284 West-Europa 1E2 12,4 13,2 12,8 10,6 95 62 41 78 16 Oost-Luropa 7,7 7,0 8,3 6,7 11,2 115 141 54 79 52 Europa totaal 9,4 8,3 10,4 9,4 11,0 103 93 46 78 30 Russisch-Azië 6,5 6,3 7,5 8,1 11,0 135 25 35 50 10 Voor-Azië — 72 Oost-lndië 6,3 — — 22 7 8 Japan 10,9 11,9 13,2 — 12 21 22 Egypte — — — — — 55 — 22 66 Tunis 5,4 6,5 — — — 130 59 112 Algerië 7,0 — 6,4 — — 143 198 13 Ver. Staten v. Amerika 9,1 8,6 13,1 9,4 15,0 212 11 26 156 659 Canada 13,2 — 14,7 14,6 — 280 11 85 389 93 Mexico — — — — — 36 16 8 148 Uruguay 8,5 — — — 8,3 224 135 Argentinië 6,4 — — — — 423 217 Chili — — — — 150 43 67 Australië 6,6 — 11,7 11,5 17,8 244 — 13 72 55 Rusland Hier werden in 1881 voor het eerst officieele statistieken omtrent de aanbouwgronden der landbouwproducten opgemaakt; sinds is het mogelijk geworden ook de opbrengst bij dichte benadering te bepalen. In onderstaande tabel zijn de getallen der voor de verschillende gewassen gebezigde gronden aangegeven in duizenden desjatinen (1 desjatina = 10974 are)> de oogsten in duizenden poeds (1 poed = 16.38 kilogr.):

GRAANSOORTEN Bouwvlakte 1898. OPBRENGST

1893 —97 pj 1898 per jaar

Wintertarwe 3 212 167 420 194132 Zomertarwe 10 578 369 859 397 244 Winterrogge 24 590 1156 566 1088 936.

Zomerrogge 263 10 953 9 370 Gerst 6 903 329 720 364 434 Haver 14139 624 422 545 345 Mais 871 45 810 612 998:

Boekweit 2 213 54 675 56726 Spelt 427 15 722 5 655 Gierst 2 351 96 136 103 336< De in vergelijking met vroeger belangrijk gestegen productie is ook sinds 1898 nog toegenomen. Over het geheel heeft Rusland wegens zijn klimaat en de veelal nog zeer extensieve verbouwwijze, sterk wisselende oogsten; evenwel is het thans naast de Vereenigde Staten van N.-Amerika het voornaamste land van graanuitvoer voor de europeesche markt.

Vereenigde Staten van N.-Amerika De uitnemende statistieke gegevens maken het mogelijk de verrassend snelle ontwikkeling der graanproductie van dit land over geruimen tijd na te gaan. De oorzaak dezer enorme productietoename ligt in geenen deele alleen in een verhoogde intensiteit van bebouwing; deze is veeleer tijdens de laatste decenniën stationair gebleven. De opbrengst aan tarwe per acre (= 40.5 are) was 1870—79 per jaar gemiddeld 122/5, Derhalve bedroeg in het jaar 1899 de opbrengst per hectare (in dubbelcentenaars):

1880—88: 12
1889—93: 124/5
1894: 1375
1895: 137/io
1896: 123/5
1897: 132A
1898: 153/iq
1899: 123/10
1900: 123/10,

en aan mais

1870—79: 2V/W,
1880—88: 234/ö
1889—93: 24
1894: 192/5
1895: 26V5
1896: 281
1897 : 234/ö
1898: 244/5
1899 : 253/10
1900: 253/10

bushels, zoodat er niet van een sterke toename van de gemiddelde opbrengst gesproken kan worden. De gestegen graanproductie moet veeleer worden toegeschreven aan de van jaar tot jaar toegenomen ontginning van uitgestrekte streken bebouwbaar land in de dun bevolkte westelijke staten. De omvang der bebouwde gronden bedroeg in 1850: 113.033, in 1860: 163.111, in 1870: 188.921, in 1880: 284.771, in 1890: 357.617 duizend acres. De tarwebouw schijnt in den nieuwsten tijd geen groote vorderingen meer te maken; terwijl de tarwebouw in 1845: 8000, in 1859: 14.500, in 1869: 20.000, in 1880: 37.986 duizend acres grond besloeg, werd deze graansoort in 1890 nog slechts op 36.087 duizend acres, in 1893 op 34.629 en in 1896 op 34.491 duizend acres verbouwd; dit cijfer was in 1897 gestegen tot 39.465, in 1898 tot 44.055, in 1899 tot 44.593 duizend acres; in 1900 had de tarwebouw weer slechts 42.495 duizend acres grond in gebruik. De maisproductie neemt daarentegen gestadig toe; in 1871 werd op 34.091, in 1880 reeds op 75.672, in 1896 op 80.984 duizend acres grond mais verbouwd. Hoewel de sterke aanwas der bevolking de eigen behoefte aan graan belangrijk heeft doen toenemen en den uitvoer heeft doen verminderen, neemt de graan-export der Unie in den wereldhandel nog steeds een eerste plaats in.

Oostenrijk-Hongarije De aan den graanbouw gewijde oppervlakten en de daarvan geoogste hoeveelheden graan (n.l. tarwe, rogge, gerst, haver en mais) beliepen in OostenrijkHonganje en Kroatië-Slavonië:

Graansoorten. Oostenrijk. Hongarije. ! KronticSlavonic.

Tarwe 12,6 ! 12,2 Rogge 11,8 11,4 S,5 Gerst 13,4 13,2 8,6 Haver 11,1 12 2 9,3 Mais 10,9 ! 18,s 10,1

< >