glioom, een gezwelvorm, die in zijn wezen bestaat uit een woekering van de cellige elementen der glia (neuroglia) geheeten steunzelfstandigheid van het centrale zenuwstelsel, komt daarom het meest voor in de hersenen en het ruggemerg, alsmede aan de uitstulpingen der hersenen (netvlies). Het G. van het netvlies, dat steeds verwoesting van het aangedane oog tengevolge heeft, komt uitsluitend voor bij zeer jonge kinderen; het G. der hersenen ook wel bij kinderen, doch veelvuldiger bij volwassenen.
De gliomateuse woekeringen in het ruggemerg gaan veelvuldig gepaard met vorming van holten (syringomyelie). Het G. der hersenen is een der meestvoorkomende hersengezwellen, en kan bij zijn betrekkelijk goedaardig karakter en langzamen wasdom jaren lang bestaan zonder ernstige stoornissen te veroorzaken, terwijl in andere gevallen door ophooping van bloed of bloeduitstorting beroerteachtige verschijnselen worden teweeggebracht, of er kunnen door de drukking op de grootere bloedvaten der hersenen verschijnselen van waterzucht der hersenholten optreden. Diagnose en behandeling zijn die der hersengezwellen in het algemeen.