godgeleerde en letterkundige, geb. te Dordrecht in 1807. Van zijn talrijke werken, die den geleerden schrijver ’t eere-doctoraat in de letteren deden verwerven, noemen wij: Kerkelijk Dordrecht (2 dln., 1839—45), Oude zeden en gebruiken in Nederland (1859), De academie te Leiden in de I6de, 17de en 18de eeuw (1875), enz.
Hij redigeerde en voltooide ft „Biographisch Woordenboek”, door van der Aa begonnen. Hij1 overleed te Leiden in 1892.