of Ghilan, provincie van Perzië, aan den zuidrand der Kaspische zee, is van de kust tot aan het zuidelijk grensgebergte Elbur 30—70 km. breed en met de meer westelijk gelegen perzische provincie Talisj, welke dikwijls ten onrechte als met G. één provincie uitmakende wordt beschouwd, circa 200 km. lang. Beide prov. grenzen in het oosten aan de prov.
Masenderan, ten w. aan het russische gouvernement Talisj. De grens tusschen G. en het perzische Talisj ligt ongeveer in den meridiaan van Enzeli (Enseli). De beide provinciën zijn de vruchtbaarste van het perzische rijk. Het een halven cirkel beschrijvende Elburgebergte is tot aan de kam met dichte wouden bedekt; een gele strook oeverzand scheidt het blauwe water van het groene woud. Op de kustvlakten groeien moerbezieboomen, vijgen, perziken, peren, citrussoorten en rozen. Onder de talrijke bergstroomen is Sefid-roed (Witte rivier), aan haar bovenloop Kisil-Oesen geheeten, de voornaamste.
Het klimaat is zeer vochtig en tamelijk ongezond. De bevolking verbouwt gerst, tarwe, rijst en wijn, en heeft een aanzienlijken veestapel (schapen en runderen). Het geheele gebied telt omstreeks 200.000 inw., op 11.000 km.2 grond. Hoofdstad is Rescht of Resjt. De bewoners, die zichzelf Ghilek noemen, worden veelal Gilani geheeten; zij behooren tot het iranische menschenras; de taal splitst zich in een viertal dialecten. De Galysjen of bergherders zijn nakomelingen van de oudste bewoners dezer streken, wier type zij zuiver hebben bewaard.
De kolonisten zijn meest Koerden, deels Turkmenen uit Aserbeidsjan. De Gilani zijn schiïtische mohamedanen.
