Gepubliceerd op 29-01-2021

Geronten

betekenis & definitie

gr. de oudsten. Bij de Grieken reeds in heroïsche tijden de oudsten des volks, die onder presidium van den koning de openbare aangelegenheden bespraken en regelden. In historischen tijd droegen de leden van de gerusia of raad der ouden, de hoogste staatsvergadering in aristocratische staten, dezen iiaain. Te Sparta bestond de gerusia uit 30 leden, daaronder begrepen de beide koningen, die stem hadden en het voorzitterschap bekleedden; de spartaansche G. moesten 60 jaar oud zijn; zij werden v/h leven gekozen; aanvankelijk gold het ambt van geront als de grootste onderscheiding en de hoogste belooning der deugd. Sedert de afscheiding der Homoeën van de overige burgers, werden zij uit de eersten gekozen.

Volgens de instelling van Lycurgus was de gerusia het belangrijkste staatslichaam, dat de macht der koningen, en die der ecclesia beperkte. Reeds dat zijn leden voor hun leven gekozen en onverantwoordlijk waren, gaf hem een groot aanzien. De werkzaamheid der geronten was tweeledig, vooreerst hadden zij de rechtspraak bij zekere misdrijven, met name over die der koningen, vervolgens eene staatkundige macht, door dien de wetten en besluiten, die aan het volk werden voorgesteld, eerst door de gerusia moesten goedgekeurd zijn. Over het algemeen was de bekrachtiging der senaatsbesluiten door het volk een noodzaaklijk vereischte. Met den toenemenden invloed der ephoren, die vooral in de ecclesia hun steun en kracht vonden, moest de gerusia, aan wier hoofd de koningen stonden, evenals de lycurgische instellingen in ’t algemeen, wel in aanzien verliezen. Bij de Cretensers was de macht der gerusia dezelfde. Het getal harer leden was waarschijnlijk ook 28. Zij werden gekozen uit de 10 cosmen, die hun ambt onberispelijk gevoerd moesten hebben.

< >